Creatief Kortrijk met de camper

designstad van wereldniveau
Een stad hoeft niet groot te zijn om groots aan te voelen. Kortrijk met z’n eeuwenlange traditie als handelsstad bruist als UNESCO Creative City als nooit tevoren. Vindingrijkheid en ondernemerschap zit de Kortrijkzanen dan ook in het DNA. Wij reisden langs The Golden River vanuit de woelige geschiedenis richting een innovatieve toekomst.











Een grijze herfstdag in november, zo’n dag waarop het pijpenstelen regent en je op familieweekend besluit de dichtstbijzijnde stad in te duiken. Een koffietje drinken, wat door de straatjes struinen, een toevallige tentoonstelling meepikken. Kortrijk dus. Zelfs op die druilerige dag verraste dit West-Vlaamse stadje me. Toen ik als kers op de taart een camperplaats midden in het centrum ontdekte, wist ik: I’ll be back.
Tuften bij Texture






Hoewel Kortrijk niet meteen aan het andere einde van de wereld ligt, is het toch bijna een jaar later wanneer we met de camper richting West-Vlaamse klei cruisen. Life moves fast. Gelukkig vertrokken we fris vroeg, want hoewel de camperplaats acht plaatsjes telt, loopt het er al goed vol. Wij zijn blijkbaar niet de enigen die dit een tof plekske vinden. Onze leidraad dit weekend is de Creative City Tour, een route van zo’n acht kilometer die ons langs de creatiefste plekjes in de stad gidst. Het centrum van de stad laten we nog even links liggen en we maken een eerste stop bij Texture, het museum van vlas en textiel. Ons bezoek start bij Studio Texture, het atelier waar je zelf aan de slag kunt met allerlei textiele technieken en zachte materialen als kant, vlas en wol.
Ariane, creatieve duizendpoot bij het museum, verwelkomt ons met koffie en een introductie tot tuften, een techniek waarmee je wand- of vloertapijten kunt maken. ‘Deze streek is al eeuwen wereldvermaard om zijn geweven stoffen en tapijten. Rijkelui van over de hele wereld waren klant. En nog altijd prijken er Vlaamse wandtapijten in de beste musea ter wereld. Wist je dat de tapijten waar de Amerikaanse presidenten op lopen bij hun inauguratie afkomstig zijn uit West-Vlaanderen? Hier in het atelier gebruiken we het vakmanschap uit het verleden en wordt het als inspiratie gebruikt voor nieuwe toepassingen en materialen. Geïnteresseerden kunnen hier workshops volgen of individueel aan een eigen project werken.’
Wanneer het gekleurd papier en de lijmstiften op tafel komen, krijg ik een flashback naar de tweede kleuterklas bij juffrouw Lydia. Mijn snel in elkaar geflanste ontwerp zou in haar klasje zeker niet uit de toon zijn gevallen. Daar komt niks van, denk ik hardop. Ik wrijf in m’n handen wanneer we zelf wol mogen kiezen uit de wand met kleurrijke bobijnen, netjes op kleur gesorteerd. Aaah, hier word ik instant blij van. Ariane laat zien hoe we een doek stevig over een raam met aan de zijkanten nageltjes moeten opspannen. Dat vergt serieus wat kracht! Dan is het tijd om ons ontwerp op het doek te schetsen en daarbij vergeet ik even de aangewezen afmetingen, mijn tekening neemt het hele doek in beslag. ’Jij gaat stevig mogen doorwerken’, lacht Ariane.
Na de veiligheidsinstructies, safety first, en een korte demonstratie mogen we zelf aan de slag. Bochtjes maken, je steken dicht genoeg op elkaar zetten en proberen je draad niet te verliezen, je moet je aandacht er goed bijhouden. In ruil daarvoor krijg je snel resultaat en wanneer ik aan de andere kant van mijn doek gluur, ben ik eigenlijk wel blij met wat ik zie. In gedachten vorm ik thuis al een stukje van onze living om tot tuftatelier. Tot Ariane me wijst op de hoeveelheid stof die het tuften maakt, mmm misschien is dat toch niet zo’n strak plan. Onze les eindigt met het vastlijmen van de draadjes aan de achterkant van de stof, want alle draadjes die door het doek zijn geprikt met het tuftpistool, zitten nu immers nog volledig los. Ik lijm dat het een lieve lust is, mijn tapijtje is dan ook vier keer zo groot dan het geplande formaat, oeps.
Ambassadeur brengt kleur


Na de middag staat er nog meer Texture op het programma dus we zijn blij dat Kaffee Damast onder het zelfde gouden dak huist. De vlasgin is verrassend fris en het is moeilijk kiezen uit het reusachtige aanbod lokaal lekkers: karnemelkstampers of een boerestutte met vlaskaas? Of toch maar artisanale vlaskaaskroketten?









Na de lunch neemt ambassadeur Jan ons mee door het museum, langs de verhalen uit zijn jeugdjaren. Hij groeide zelf op in Bavikhove, een klein vlasdorp, en vertelt uit de eerste hand hoe hard het leven in de vlasteelt was. Vlas verbouwen blijkt een tijdrovend en arbeidsintensief proces. ‘Na het zaaien van het lijnzaad wordt het vlas, nadat het gebloeid heeft en gerijpt is, gesleten. De vlasstengels zijn in hun geheel waardevol en worden dus niet gemaaid maar met wortel en al uit de grond getrokken voor een maximale vezellengte. West-Vlaamse zuinigheid! Dat gebeurde in eerste instantie met de hand.
Na het ontzaden volgde het roten, waarbij de pectine die de houtstengel aan de vezel bindt, oplost. In vroeger tijden werd hiervoor het vlas terug plat op de akker gelegd en gekeerd. Later werd het vlas in houten bakken in de Leie gelegd, die door de typische kleur van het roten de bijnaam de Golden River kreeg. ‘Het was een secuur werkje, waarbij mannen als mijn overgrootvader planken en stenen op het vlas legden om de holle stengels onder water te duwen. Daarna werden de bosjes vlas in kapelletjes op het veld gezet om te drogen.
Bij de volgende bewerking kwam het erop aan de harde lemen uit de vezels te verwijderen. Dat gebeurde in twee stappen: eerst brakelen of de houtstengel in stukjes breken en dan zwingelen of de harde stukjes wegwerken. Na het hekelen, borstelen met ijzeren borstels, zijn de zachte vezels klaar om te spinnen en te weven. Briek Schotte werkte nog als seizoensarbeider in het vlas, geen wonder dat hij daarna twee keer wereldkampioen werd’, grapt Jan. Bij elke stap in het proces laat Jan ons zien hoe het precies in z’n werk ging. ‘In 1943 wordt het roten in de Leie verboden en werden er rootputten aangelegd, eerst onder de grond en daarna in bunkers. Ik heb zelf nog als jonge knaap meegeholpen om zo’n rootput te vullen. Hier kan je ruiken welke geur dat rootproces precies gaf. Stinkt, vind je? Wij waren gewend aan die geur.’
Verhalen van vlas
‘Eenmaal het vlas was bewerkt, dan mocht de vlasser zich verwachten aan een bezoekje van de rijkere botenkoper. Als vlaskenner verzamelde die het meest gegeerde vlas in zijn botenkamer. Hij stockeerde het in een vochtige pedeir, waardoor het vlas sterker werd en meer glans kreeg. Sommige handelaars hanteerden ook wel eens de gieter: door water op het vlas te gieten moest er minder vlas in een baal van 103 kilo, wat dus een goede zaak was voor de verkoper. Ja, die West-Vlamingen ’t zijn noeste werkers, maar creatief zijn ze ook’ lacht Jan.
Dat creatief zijn is ook wel nodig want door oorlogen, industrialisatie en nieuwe regels krijgt de vlasindustrie het doorheen de geschiedenis vaak hard te verduren. Na de jaren vijftig sloegen veel vlassers een nieuwe weg in. Sommigen pikten het weven terug op of zochten hun heil in nieuwe vlastoepassingen zoals parket of leemplaten, gemaakt van de houtdeeltjes van de vlasstengel. Ook vandaag de dag gaat het zoeken naar nieuwe toepassingen verder. ‘Wat dacht je van een fiets of een kano gemaakt uit vlasvezels? Zelfs een dollarbiljet bestaat voor 25% uit vlas!’ besluit Jan ons trots.
Creatief op wandel
Het weer zit deze keer wel mee en de Indian summer doet de stad goed, wij zijn niet de enigen die genieten van een fietstochtje langs de Golden River. De gouden Reepbrug schittert in de zon. Op Kortrijk weide stoken enkele jongeren gezellig een vuurtje aan de vuurkorf in het park. Daarnaast vinden we zowel The Level, de wereldwijde referentie voor game-opleidingen als The Penta, de andere Howest campus ontworpen door de visionaire Duitse architect Thomas Rau. Beiden zijn tijdens het weekend uitgestorven maar wel een korte stop waard.

Aan het muziekcentrum Track, waar onder meer Radio 2 en het Conservatorium hun thuis hebben, laten we onze innerlijke DJ los op de publieke dj-tafel. Smartphone op de tafel en mixen maar. De rondhangende studenten denken er duidelijk het hunne van. Misschien is mijn favoriete nummer van Tiffany, I Think We’re Alone Now, inderdaad niet het hipste.




Onze goedgevulde dag sluiten we af met een creatief culinair pareltje: nummertje 4 op de route met de toepasselijke naam ViEr. Gastvrouw An zorgt ervoor dat we ons meteen op ons gemak voelen, stijf gedoe is duidelijk niet aan haar besteed. Nadat ik als hapje de artisjokblaadjes heb geproefd, kies ik het veggie gevulde artisjokhart als voorgerecht en ik kan me niet herinneren dat ik ooit al zoiets lekkers at. Bovendien ziet elk gerechtje er ook als een kunstwerkje uit. Na een geslaagde avond kuieren we door de gezellig verlichte stad terug richting Broeltorens voor een rustige campernacht. Handig, zo’n overnachtingsplaats vlakbij.
The Sequel



We pikken onze route terug op waar we geëindigd zijn: aan de iconische Broeltorens, waar koppeltjes op de trapjes van de Leieboorden genieten van de zon en het uitzicht op de rivier. Een pas getrouwd koppel danst vrolijk voorbij. Op onze creatieve route pikken we ook nog de leuke beeldjes mee van kunstenares Mie Bogaerts. Haar ZieMie (Zie je mij?) tour is een zoektocht naar 20 bronzen beeldjes van telkens 20 centimeter groot die een verhaal vertellen dat bij de vindplaats hoort. Vinden is immers de trofee van zoeken. Met de QR-code in de buurt, krijgen we er nog een vleugje poëzie van Joris Denoo bovenop. Mijn favoriet is zonder twijfel de Leiepisser, in beeld én woord. Weer vis in het water. Vreugde voor de visser. En langs die lange Leie hoor je ook soms het geklater van de Leiepisser. De beeldjes zitten goed verstopt en soms duurt het een tijdje voor we de volgende figuur spotten, terwijl ze pal voor onze neus blijken te staan!






Hartje centrum spenderen we behoorlijk wat tijd in het prachtig gerenoveerde begijnhof, dat in 1238 werd gesticht met de gunst van gravin Johanna van Constantinopel en benoemd werd tot UNESCO werelderfgoed. Het werd nochtans meermaals verwoest en de ongeveer veertig barokke huisjes die er nu staan, stammen dan ook uit de 17de eeuw. In het belevingscentrum krijgen we een inkijkje in het leven van de sterke vrouwen die leefden in het Beggijnenhof. Het spreekt toch ook wel tot de verbeelding: vrouwen die er wel als religieuzen uitzien door hun begijnenhabijt, maar wel economisch actief zijn, hun persoonlijke bezittingen behouden en aan zelfbestuur doen. Sterke madammen, die begijnen.


We blijven nog eventjes hangen in de geschiedenis en lopen binnen in de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Daar wordt elk half uur de Gravenkapel omgetoverd tot een adembenemend klank- en lichtspel. We beleven de bloei van het Graafschap Vlaanderen en beleven de Guldensporenslag alsof we midden in het slagveld staan. Aan de belevingstafel vertelt Wever Pieter de Coninck waarom de ambachtslieden geen andere keuze hadden dan in opstand te komen, terwijl de Franse ridder Louis de Chevigny zijn diepe verontwaardiging declameert. Ik leer meer over deze periode dan in alle geschiedenislessen op school bij elkaar.
Back to the future


Dat tumultueuze verleden heeft een groot voordeel, de Kortrijkzanen ontwikkelden zich tot straffe en veerkrachtige ondernemers. Zoals Frauke Vandekerkchove die als grafisch ontwerper haar liefde voor de natuur en dieren tentoonstelt in haar winkel Instituut Sauvage. Achter de winkel mogen we een blik werpen in het atelier, waar Frauke zowel huisdieren als andere dieren die bij haar worden binnengebracht met liefde en respect herstelt in hun volle glorie. Het lijkt wel een mini museumpje. Het lukt het me niet met lege handen buiten te stappen, Men weze gewaarschuwd!

Bij NON moodshop is dan weer vooral de kleurrijke gevel die met de aandacht gaat lopen. Met het project Design in shops kregen zij kleurrijke illustraties van Studio les Canailles op hun winkel geschilderd. Dit is niet de enige plaats waar regionaal talent prominent een plek krijgt in de Kortrijkse straten. Kunstwerken, muurschilderingen en toonplekken zoals de K-totem aan het station, die elke drie maanden in een nieuw jasje wordt gestoken door een andere illustrator, verrassen ons voortdurend.




Ook aan andere andere kant van de stad, langs de Leie is het een en al vernieuwing. Zo werd de oude textielfabriek De Smet – De Jaegere omgebouwd tot de Budafabriek, de Kortrijkse fabriek van de toekomst waar ontwerpers, kunstenaars, studenten en ondernemers samen huizen. Die smeltkroes van creatievelingen luncht doorgaans bij Buda Kitchen waar jong en oud elkaar ontmoet. Frederika geeft ons graag een rondleiding door de co-workingspace/bistro/ontmoetingsplaats. ‘Zowel studenten als de senioren uit de serviceflats schuiven hier ’s middags graag aan voor de lunch. Iedereen is hier welkom.’ Ze neemt ons zelfs mee het dakterras op, vanwaar we een premium view op de rivier cadeau krijgen.



Langs diezelfde rivier fietsen we voorbij de K Tower van de Belgische architect Philippe Samyn en over de Collegebrug terug richting de camperplaats. Even wanen we ons terug in Kopenhagen, waar deze imposante architectuur absoluut niet zou misstaan. Aan de oever van de rivier hangt een vredig sfeertje. Een oude vrouw leest een boek. Koppeltjes kussen. Kinderen spelen. En de rivier stroomt eindeloos door.
Overnachtingsplekje
Camperplaats Broeltorens

Het officiële kampeerautoterrein aan de Damkaai telt 8 ruime plaatsen en ligt pal in het centrum, bij de Broeltorens, de passantenhaven en de verlaagde Leieboorden. Langs de andere kant van het terrein vind je het Buda eiland en de indrukwekkende Collegebrug, met een prachtige fiets- en wandelpromenade langs de Leie. In de zomer vind je daar ook zomerbar Amorse en speelgelegenheid voor kids.
- Route: Camperplaats Kortrijk Broeltorens, Damkaai, Kortrijk
- Terrein: verhard, verlicht
- Tarief: 15 euro/nacht (eerste 72 uur), daarna 20 euro/nacht
- Maximum verblijfsduur: onbeperkt
- Voorzieningen & kostprijs: lozen afvalwater, lozen cassettetoilet, water en stroom (gratis), vuilnisbak, rolstoelvriendelijk
- Aantal plaatsen: 8
- Info & contactgegevens: www.toerismekortrijk.be (rubriek overnachten), fiets- en wandelmogelijkheden, vismogelijkheid, max. camperlengte 8 m
coming soon!
Vanaf november 2024 heeft Kortrijk nóg meer te bieden. Met Abby krijgt de stad een nieuwe, eigenzinnige tentoonstellingssite voor beeldende kunst, met identiteit als gelaagd en gewaagd centraal thema.
Abby Kortrijk is een speels, laagdrempelig en meerstemmig museum voor beeldende kunst. De stedelijke collectie gaat er in dialoog met actuele kunst, dynamische erfgoedpraktijken en het thema ‘identiteit’ in al zijn gelaagdheid. Samen met een divers netwerk van organisaties, makers en gemeenschappen en met kunst als universele taal verkennen we wat ons als mensen definieert en verbindt, over grenzen, generaties en culturen heen. Abby viert de menselijke exploratiedrang en verbeeldingskracht en biedt ruimte voor reflectie, ontmoeting, co-creatie en transformatie.
Niet te missen voor foodies
Ook de restaurants in de stad zetten hun creatiefste beentje voor.
Kaffee Damast: gezellige bistro bij het vlasmuseum Texture met een enorm uitgebreide kaart. Je geniet er van creatieve cocktails, Kortrijkse streekproducten en een streepje Jazz.

Vier: hier serveren ze niet alleen de creatiefste gerechtjes (ze zien eruit als ware kunstwerkjes), ze doen dat ook met een missie. Wekelijks staan de chefs op het veld om de oogst op te volgen, zo worden bloemen, kruiden en groentjes op het juiste moment geoogst. Regionaal en met respect geteelde producten vinden ze bij Vier dan ook topprioriteit. Daar bovenop hanteren ze een minimum waste beleid: de producten worden verpakkingsvrij geleverd en ter plekke versneden en gefileerd. Wij aten onder andere een fantastisch voorgerecht van artisjok en kregen de blaadjes ervoor geserveerd als hapje. Absoluut onze favoriet!

Bar Filia: cocktails en burgers, een winnend concept! Zeker als ze allebei origineel en beestig lekker zijn. Tip: probeer als hapje om te delen zeker de Dirty Bravas Pulled Chicken, goddelijk!

Buda Kitchen: bistro, ontmoetingsplaats, creatieve co-workingplace voor jong én oud. De betaalbare en huisbereide dagschotels geserveerd in het creatieve urban design pand vinden gretig gevolg bij studenten, medewerkers en de senioren die er wonen. Het zorgt voor een unieke vibe. De takeaway Alta focust dan weer op snel maar ecologisch en kwaliteitsvol.

La Cantine: eerst shoppen in de urban store Byttebier en dan genieten van de gezonde en lekkere gerechtjes bij het inpandige La Cantine. De Mocktails zijn verrassend en origineel net als de lunchgerechten. Marrakesh, Bali of Parijs: voor een reis rond de wereld moet je gewoon in Kortrijk zijn.

Op zoek naar nog meer citytripplezier met de camper? Ook hip en historisch Utrecht bij onze noorderburen is meer dan de moeite waard!